vrijdag 15 juni 2012

Begin van een langdurig intermezzo

Rousse, Bulgarije. De laatste bemanning van dit deel van de reis is vandaag bezig geweest met losmaken, los raken, en de Anna Koosje zo verantwoord mogelijk achterlaten terwijl wij drie maanden weg zijn, bezig met andere dingen. Hoewel - andere dingen? Deze hele reis was een ander ding, een unieke ervaring, geheel anders dan het leven in Doorn en Prinsenbeek, ons mogelijk gemaakt en aangeboden door een vrijgevig thuisfront. We gaan dus niet naar "andere dingen" maar naar de basis. In september gaan we terug naar de Anna Koosje om haar te helpen weer terug naar huis te komen. Dàt is een ander ding.


Helena past op kleine zusje
We hebben haar achtergelaten bij Ponton 15, langszij de Helena, een oud binnenvaartschip dat door een ondernemende Bulgaar in Nederland is gekocht, en hier is opgeknapt voor het vervoer van landbouwwerktuigen deze kant uit. Er zit een bemanning op die Anna Koosje heel leuk vindt en die hun ogen open houden. 


Gennadi
Bij ons aan boord is Gennadi, als bewoner/bewaker, 's nachts is er een slagboom voor het terrein met schijnwerpers erop, en blaffen er honden die zo fel zijn dat ze zelfs de baas in zijn benen bijten. Maar de beste beveiliging is de goodwill en betrokkenheid van de mensen op het naastliggende schip. We voelen ons regelmatig verlegen, zoals bijvoorbeeld door een aanbod van de schipper van de Helena dat hij wel gaat zorgen dat ons dek opnieuw in de verf gezet wordt. "Paar uur werk, no problem". En toen we te kennen gaven dat we morgen naar Boekarest moesten voor onze vlucht naar huis, was er geen sprake van dat we dat per taxi gingen doen: we worden gebracht. Het plaatst ons oog in oog met de economie van dienst en wederdienst, en hoe die bij ons is overwoekerd door de boekhouding van debet, credit, BTW en afrekenen.

Als laatsten van boord
We hebben voor een nacht onze intrek genomen in Hotel Anna Palace. Dat maakt de overgang naar het leven met een huis en een tuin iets minder abrupt, dachten we, en het voelt goed. Voor het eerst in tien weken langer dan tien seconden gedouched, en met de kraan wijd open! Maar ook het idee dat we nu nog naar het schip terug kunnen als we nog iets willen nakijken of vergeten zijn. Het is niet nodig, zal ook niet nodig zijn, maar het voelt beter dan wanneer we nu al op Schiphol zaten

woensdag 13 juni 2012

Warm!


Het is niet voor niets dat jachten in de Middellandse Zee allemaal wit zijn, en dat je in zuidelijke landen weinig donkere auto’s ziet. Dat zijn we aan het ontdekken nu wij met ons zwarte schip op een blakke Donau en onder een koperen hemel aan het varen zijn terwijl de luchttemperatuur 32 graden is.
We wisten natuurlijk dat het zomer zou worden en dat zomers hier in de buurt van Roemenië en Bulgarije knap heet zijn. We zijn dan ook niet ontevreden over onze tijdplanning. Begin april vertrokken en sommige ochtenden nog rijp op het dek aangetroffen; nu, midden juni, hebben we moeite het koel te houden. Het grootste deel van de reis hebben we het precies goed gehad.
Een luxe motor, hoe luxe ook, heeft geen airconditioning. We doen het op de ouderwetse manier, door het dek nat te houden. Door zon en wind verdampt het vocht, dat onttrekt warmte aan het dek en de luikenkap, en zo blijft het binnen in het ruim nog redelijk aangenaam. Aangenaam genoeg in ieder geval om af en toe naar beneden te gaan om boterhammen te smeren en iets te drinken te halen. Bier en andere alcohol, hoe verleidelijk ook, doen we niet zolang er nog gevaren moet worden.
Het dek is met al dat sproeien - we doen het soms wel om de vijf of tien minuten - een beetje slijkgrijs aan het worden. Het blijft natuurlijk rivierwater, en de Donau zit vol zwevende kleine slibdeeltjes die dus op het dek terechtkomen. Maar met een flinke regenbui is het er zo weer af. 

Het sproeien maakt natuurlijk ook zijn eigen regenboog. We wisten het al, maar zo wordt het ons opnieuw duidelijk: de pot met goud staat op de Anna Koosje!

dinsdag 12 juni 2012

Wat er zoal langskomt op een dag

Grazige oevers...

Mooie oevers allemaal. Maar wat het meeste opvalt, is wat er niet te zien is. Vooral wegen en spoorlijnen, tekenen van bewoning, gebruik en nijverheid. Dat heb je langs de rivieren in het westelijk deel van Europa overal. Hier, we hebben het al vaker geconstateerd, leeft men niet met de rivier.
Afgekalfde oevers...


Oevers met hoogspanningsmasten...

Glooiende oevers...

Mangrove-oevers...

Rotsige oevers...
Kilometerpaaltjes die met een betonningsvaartuig worden bijgeschilderd

En, waar we het meest voor beducht zijn, drijvende boomstammen!


Stadjes, als Hirsova
of een ander arm dorp met rijke kerk 
Kanaalingang
En Cernavoda, de entree naar het Donau-Zwarte Zeekanaal, prestigeproject van dictator Ceauşescu...


Massabegraafplaats
 ... gegraven met dwangarbeid en ten koste van naar schatting 20.000 doden.


 En de dubbele brug van Cernavoda, de tweede vaste oeververbinding sinds de Zwarte Zee.


maandag 11 juni 2012

Heenreis en terugreis


Heen of terug. We zijn nog steeds op reis. De reis was het doel en niet het eindpunt. Natuurlijk was er een gevoel van “…kijk dat hebben we gedaan”, maar daar houdt het zeker niet op. Er is dus geen sprake van een kater. Integendeel. Met weer een paar goede vrienden als laatste opstappers zijn we nog met evenveel plezier op weg. De Anna Koosje snort fijn tegen de stroom in. We hebben prachtig weer. Jammer voor de thuisblijvers. Naar wij vernemen hebben die het nog steeds koud. Dat thuis speelt wel meer een rol. Het idee om eind deze week weer in Nederland te zijn, hoe onwezenlijk het nog lijkt, s iets waar Johan en ik echt naar uitkijken. Ten eerste om vrouw en kinderen te zien. Maar - wat moeten we straks antwoorden op de vraag hoe het was? Hoe kun je de ervaring van zoveel weken in een paar woorden samenvatten. Dat gaat het dus niet worden. Is het de vriendschap aan boord? Zeker. Hoe was de Donau? Mooi. Wat vond je van de Bulgaren? Aardig. Het zal niet gaan, anders dan dat we over aspecten van de reis in bredere zin praten en verwijzen naar de blog.

Intussen varen we weer door afwisselende landschappen onder een blauwe lucht. We hebben de nacht doorgebracht in Hirsova op kilometer 252 vanaf de monding van de Donau. De kilometers aan de Rijn tellen vanaf Basel naar de Noordzee. De Donau vanaf 0 km bij Sulina naar de bron in Donaueschingen. Ons doel Russe of Rouse ligt op 495 km. We kunnen het dus rustig aan doen. In Hirsova lagen we aan een roestige bak vast, waar een politieagent kwam vertellen dat we niet aan land mochten. Het waarom is ons ontgaan. Jammer want er klonk tot laat in de avond muziek. Na de asperges die uit Holland waren meegenomen, is er domino gespeeld en een voorproefje genomen op André’s verjaardag middels een paar flessen wijn. Het plan is om vanavond weer voor of eigenlijk achter het anker te gaan liggen. Dat vinden wij een van de mooiste dingen. Van de drukte van de steden, hoe opwindend dat moge zijn, zijn wij, binnenvaartschippers, wars. Het heeft misschien ook met leeftijd te maken.

Het zal een raar gevoel geven de Anna Koosje straks achter te laten. Naar we denken in goede handen. Dan met een taxi naar Boekarest en in een vliegtuig. Nou ja, lief thuisfront, heb een beetje begrip als we even moeten wennen.

zondag 10 juni 2012

De eerste brug sinds de Zwarte Zee...

op kilometer 238, vijftien kilometer van Hirsova. Vanaf Sulina varen we de hele tijd in Roemenië, zij het dat er een paar stukken zijn waar we Moldava en Oekraïne aan stuurboord hadden.
Hoe bewaar je samenhang in een land waar je geen bruggen over de rivier hebt, en veerdiensten maar mondjesmaat?

zaterdag 9 juni 2012

Er was toch een wasdroger aan boord?

Jawel, en wat een genoegen is het, hem niet te gebruiken!
Buitentemperatuur is dertig graden en er staat een straffe wind. Zo snel en zuinig is de was nog nooit gedroogd.
Bovendien geeft het zo'n ouderwets ambachtelijk gevoel. Geen knijpers maar een lijn, daar draai je een tier van open en je steekt er een punt van je wasgoed in. En die stangen, varkensstaarten heten die, vanwege de dubbele krul bovenin. Daar leg je de lijn los in en toch zit hij vast.

Als de Donau zo breed is...

waarom varen we dan zo dicht langs de kant?


Omdat de tegenstroom er door de oever zo wordt afgeremd dat het soms anderhalve kilometer in snelheid scheelt.

In Tulcea langszij de TG-OCNA-5

Bij gebrek aan een vrije ponton of kadeplaats in Tulcea konden we langszij een sleepboot aanleggen. Er volgde het gebruikelijke gesprek over oude boten, maar deze keer was het tweerichtingverkeer. De TG-OCNA-5 is met zijn dertig jaren namelijk ook niet helemaal piep meer (sorry dochters!) 
De machinist, een vriendelijke man, was bezig Rob rond te leiden toen ik terugkwam van mijn circuitje langs de autoriteiten.
Het schip was duidelijk bezig antiek te worden, maar of het die verheven status ooit bereikt, is ernstig de vraag. De machinekamer en de brug zagen er nog helemaal uit zoals ze in 1980 waren ingericht. Rob genoot: zichtbare techniek, alles klassiek electrisch en geen electronica! Kabels waarvan je kunt zien waar ze vandaan komen en waar ze heen gaan, analoge meters en apparatuur op basis van weerstanden en potmeters, kortom jongenstechniek. Jongens van de jaren 50 dus.
De machinist was erg verontschuldigend over zijn schip. Maar je kon zien dat hij er hart voor had. Machinekamer schoon, geen rondslingerende troep, alles gepoetst. 


Onwaarschijnlijk dat de TG-OCNA-5 ooit varend erfgoed wordt. Nu is het een schip dat functioneel verouderd is maar het misschien nog een paar jaar volhoudt. Dan gaat het waarschijnlijk naar de sloop. Nog niet bijzonder genoeg om geadopteerd te worden door een liefhebber.

vrijdag 8 juni 2012

Van Sulina naar Tulcea

71 kilometer van sulina naar Tulcea, daar deden we op de heenweg vier uur over. Nu zeven. We hebben zojuist de blog annakoosjeodessa.blogspot.com afgesloten, en we zijn op weg naar huis. Eerst wij, Rob en ik; volgende week zaterdag laten we de Anna Koosje achter in Rouse, Bulgarije, en gaan dan "onze meissies" opzoeken. Die hebben we wel gemist, al maakt het veel goed dat je elkaar dagelijks kunt spreken. 
Anna Koosje wordt tot midden september bewaakt en bewoond door een Bulgaar die ineens zomaar op de steiger stond toen we op de heenweg in Rouse aanlegden. Hij was badmeester geweest ergens aan de Zwarte Zee maar was nu werkloos. Rob en ik hadden het al wel gehad over bewonende bewaking; deze man maakte een betrouwbare indruk - hij moet wel elke dag terug naar de stad om zijn bejaarde vader te verzorgen - en zo besloten we dat we hem maar als godsend moesten beschouwen.
Verder kwam er nog iemand anders langs die beschikte over een afmeerponton die hij toch niet gebruikte, en zo kwamen we ook aan een ligplaats. Dan is er in Rouse ook nog een enorme, Russian-style scheepswerf met een perfect meertalige directiesecretaresse. Ze hebben het niet druk, zodat we daar de Anna Koosje uit het water laten halen om de schroef te laten balanceren. 
Daar gaan we wel even tussendoor voor terug; met de budgetprijzen van WizzAir is dat geen probleem. Bovendien verdienen we de reiskosten terug door ons in hotel Anna Palace voor geen geld vorstelijk te installeren.