woensdag 7 november 2012

Nagekomen van Rob, over Hongarije


Als de schipper van boord is vieren de matrozen...?

In Budapest hadden we het wel getroffen. De Rügen, het hotelschip waar we in Belgrado naast hadden gelegen, ging vertrekken en wij mochten aanleggen naast Der Kleine Prinz van de zelfde maatschappij. De consequentie was een liggeld van ongeveer drie tanks benzine, zoals Johan opmerkte. Nu rijdt hij in een niet kleine auto, dus dat was even slikken. Maar daarvoor lagen we wel op een prachtig plekje met idem uitzicht op de stad. 
Al snel kregen we bezoek van de dochter van Goos en haar vriendin, die voor een paar dagen een stedentripje maakten. Na de rondleiding over de Anna Koosje, zijn we met hen in de stad gaan eten. Veel belangstelling hadden we ook van de bemanning van de Kleine Prinz. De volgende dag werden we in de ochtend reeds onthaald op een glaasje absint door de bardame, die haar verjaardag vierde. Deze Servische was 31 geworden. Een leeftijd die schril afstak bij de toch wel bejaarde gasten daar aan boord. 
Na onze stadswandeling en een bezoek aan het kasteel in Buda rustten we onder het genot van een glas uit in haar bar aan boord. Dat mochten we niet afrekenen. Ik heb al vaker gezegd dat we alleen maar vriendelijke mensen ontmoeten. Dat maakt deze reis ook extra bijzonder. 
Dan is het zondag en gaat de bemanning inclusief Johan van boord. René en ik blijven achter. We genieten van de rust die ineens over het schip komt en hebben geen haast. Szentendre, waar we naar toe willen ligt slechts 23 kilometer verder stroomopwaarts. Hoewel het weer minder was dan de afgelopen dagen, maakt Budapest nog steeds een enorme indruk met als hoogtepunt het parlementsgebouw. Het is ook een afscheid. Ik verwacht hier niet meer terug te komen. 
Bij km 1657 zijn we de Szentendre-arm van de Donau opgevaren. De havenmeester aldaar had ons verzekerd dat het kon en zou een plekje voor ons vrij houden. Dat was dus geregeld. Ik kende het stadje reeds door een eerder bezoek. Szentendre is het meest bezochte dorp van Hongarije. Het heeft die belangstelling door de vele vluchtelingen die in de 15e eeuw hier naar toe kwamen. Grieken, Serven Dalmatiërs en Zuid-Slaven. De sfeer is Mediterraan. Toen velen in de 19e eeuw terugkeerden naar hun thuisland, kwamen er  kunstenaars en die zijn er nog. Het heeft wat weg van Volendam, maar dan anders. 
Bij de ondergaande zon zagen we de vele toeristen vertrekken, en keerde ook hier rust terug. Ik wilde daar eten waar ik dat ook een paar jaar geleden had gedaan. Waar het toen zo druk was, waren wij nu de enige gasten. Op het menu stond alleen een voedzame goelashsoep met brood. Dat kwam eigenlijk goed uit want daardoor waren we op tijd voor een voorstelling van jonge acteurs uit Budapest die, uiteraard in het Hongaars, een toneelstuk met zang opvoerden naar een Spaans thema. Zoveel hebben we begrepen. Hoewel we niets verstonden werd het verhaal ons toch duidelijk. Niet in de laatste plaats door de enorme inzet van deze acteurs. Anderhalf uur later zijn we naar de Anna Koosje terug gelopen.

Dan is het maandag en er moet weer gevaren worden. De stroming tegen is minder dan op de Grote Donau behalve dan op een klein stukje waar de bocht scherp is, de stroming hard is, het water ondiep en de tonnen raar liggen. Gelukkig geen ander verkeer. Dan merk je wat ervaring doet. Fijn ook dat we zo’n goede boegschroef hebben. 
In Visegrad, km 1694 vinden we een ligplaats aan een ponton nadat we in Nagymaros zijn weggestuurd. Eerst dachten we daar voor niets te liggen, maar dat bleek de volgende ochtend anders. Dezelfde firma als van het ponton te Budapest wist ons te vinden. 
Vlak bij het ponton was een restaurant met middeleeuwse aankleding van niet alleen de inrichting maar ook het personeel. We hebben uitstekend gedineerd. Zo varen met z’n tweeën is toch anders. We hebben heel wat gesprekken gehad over wat ons zo bezighoudt. Dat was heel boeiend. Vond ik tenminste.

Dinsdag moeten we verder naar Eztergom en komen langs De Donauknie. De 90 graden bocht waar de Donau van Zuid-Noord ombuigt in Oost-West. Esztergom is de oude hoofdstad van Hongarije geweest. Er staat een enorme Dom en nog wat resten van het Koningspaleis. We leggen de Anna Koosje voor anker, want anders wordt het wel een erg dure grap. Met het kleine bootje naar de jachthaven, waar de gebelde havenmeester ons een sleutel komt brengen. Het is een flinke klim om bij de Dom te komen. Het uitzicht boven over aan deze kant Hongarije en aan de andere kant Slowakije met daartussen de brug is fantastisch. Ooit waren hier strenge controles en stonden er zwaar bewapende soldaten het verkeer tegen te houden als dat er al was. Nu rijden er auto’s heen en weer en zie je voetgangers vrij lopen. 
Weer beneden aangekomen vinden we een slager, een groenteboerin en een supermarkt. De voorraden worden aangevuld. Na een biertje weer terug naar de AK. De zonsondergang is bijzonder fraai. We stellen het eten uit om het helemaal mee te maken. Dan maken we een prima maaltijd klaar. Aardappels dienen volgens Goos (eerdere opstapper) eerst gekookt te worden en dan afgekoeld voor dat je ze bakt. Rene heeft dat keurig gedaan en voor het afkoelen plaatste hij de aardappels buiten direct bij de deurtjes naar het ruim. Dus toen Karin belde en ik even voor de privacy naar boven ging stapte ik daar midden in. We hebben nog wat kunnen redden en het smaakte er zeker niet minder om. Het feit dat ik dit schrijf mag de lezer gerust stellen. 
Zoals was voorspeld, meldt Johan zich om 23.00 uur en met het kleine bootje haal ik hem aan boord. Hij brengt nuttige dingen mee, zoals oude komijnekaas en Friese nagelkaas, alsmede een wat ruimer snoertje voor de computer in de stuurhut. Nog een afzakkertje (Palinka) en dan in de koffer. Morgen vroeg weer op want het is nog 140 km naar Bratislava en daar willen we donderdagavond zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten