zaterdag 3 november 2012

"Over een week zijn we thuis"...

... bromde Rob vanmorgen bij het ontbijt. Het is waar, we zijn bezig terug te komen waar we vandaan kwamen. 
Frankfurt
We lagen voor de kade in Offenbach aan de Main, niet ver van Frankfurt, en we zijn dus weer in het deel van Duitsland waar in de grote plaatsen geen Altstadt te ontdekken valt. Platgebombardeerd in de oorlog, en bijgevolg allemaal modern. Het is op het gebied van stedenbouw niet anders dan met de industriële infrastructuur. Die was ook totaal verwoest, is volledig nieuw neergezet en heeft Duitsland aan zijn Wirtschaftswunder geholpen. De Engelsen hadden het nakijken, die hadden nog wel fabrieken, maar oud en uitgewoond, en de oorlog had ze zoveel gekost dat er geen geld meer was om ze te moderniseren.

Zo hebben we heen en terug door het Europa van de oorlogen gereisd, en we vroegen ons af of dit werelddeel agressiever en oorlogszuchtiger is dan andere. De stelling van Jared Diamond in zijn boek Guns, Germs and Steel werd erbij gehaald, dat wij Europeanen (nou, onze voorouders dan, en Westerlingen in het algemeen) niet de overhand hebben gekregen door superieure technologie of wetenschap, maar doordat we gemener waren dan alle anderen. En vooral omdat we een aantal lelijke virussen en gewoonten (alcohol!) meebrachten waar anderen niet tegen konden en waarvoor ze massaal het loodje legden.

Sporen van oorlog hebben we overal gezien. Om te beginnen al in Rotterdam natuurlijk, verder hier in Duitsland dus, maar ook de nieuwe brug bij Novi Sad op de plek waar de oude, kapotgeschoten, jarenlang het Donauverkeer heeft geblokkeerd. Ruïnes van turkenforten; de plek waar Hadrianus een brug over de Donau liet leggen om de Daciërs een lesje te leren; en de vijftig lagen van verwoesting en wederopbouw van Beograd. Het is als een zware bromtoon onder de melodie van dit werelddeel, dat ook zo uitzinnig mooi is.

Er zijn me van heel mijn gymnasiumopleiding maar een of twee teksten bijgebleven. Een is van Sophocles, in wat wel de ode op de mens wordt genoemd:
"Polla ta deina, t'ouden anthropou deinoteron pelei"
"Veel is er indrukwekkend, maar zo indrukwekkend als de mens is er niets", was de vertaling waar wij met onze scholierenkennis op kwamen.
Ik zou het tegenwoordig anders zeggen: De mensheid is een krankzinnige uitvinding. En wij zijn er deel van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten