Mast omlaag, kachelpijp omhoog |
Na 2500 kilometer Bergfahrt hebben we zojuist de mast gestreken. Na de sluis bij Regensburg kregen we de eerste brug met een doorgang van minder dan zeveneneenhalve meter, en van hier tot aan Mainz blijft dat zo. Daar staat tegenover dat we de schoorsteenpijp weer hebben opgezet. De dagen en zeker de avonden zijn een stuk koeler; deze week is de verwachting dat we nachttemperaturen van onder nul krijgen, en voor het eind van de week hebben we sneeuw in het vooruitzicht. We begonnen in april met 's ochtends rijp op het dek, we zullen in november met een witte kap eindigen ook. Ertussenin zat een zomer met wekenlang temperaturen van veertig graden en meer. Het voelt alsof we naar de tropen zijn geweest en weer terug.
Wij verlaten een Donau die steeds priller en jeugdiger werd. In Roemenië was zij oud en breed. Nu, bij Kelheim, waar we bij kilometer 2412 het Main-Donaukanaal ingaan, komt de herinnering terug aan onze opwinding toen we op de heenweg eindelijk in de Donau waren. Nu vinden we het een vriendelijk, dun stroompje waar niet veel spannends aan te beleven valt. Een beginnend riviertje, met nog weinig vermoeden van wat er in het verschiet ligt. Wij nemen afscheid van jonge rivier terwijl wij haar oud gezien hebben. Zo gaat onze reis niet alleen tegen de stroom, maar ook tegen de tijd in.
Links de Donau, rechts de Altmühl |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten