dinsdag 2 oktober 2012

Van Rob: Veliko Gradište

Deze plaats kennen we nog van de heenreis. Oplettende lezertjes van onze blog kunnen zich herinneren hoe Johan hier op de heenreis min of meer onder dwang naar de rechter twintig kilometer verderop werd vervoerd om zich daar te verantwoorden voor het illegaal over de grens smokkelen van buitenlanders. Nou ja de buitenlanders waren Nederlanders en de grens was tussen Servië en de Donau. In ieder geval we hadden het kunnen weten. Aangeleggen aan de kade kostte veertig euro kostte voor zes uur, die we zeker niet dachten nodig te hebben. Zo stapten Johan en ik vol goede moed het grenspolitiekantoor binnen, gewapend met pasporten, stempels en een stapel papieren. Kortom de gebruikelijke procedure. Vriendelijk werd ons verzocht om ook de Capitania te bezoeken en dan verder op het schip te wachten tot men ons zou komen controleren.
Verwarring denkbaar, toch?
Het was niet druk en met twintig minuten zou het wel geregeld zijn. Die twintig minuten gingen voorbij. Wij dronken koffie. Gingen nog eens kijken hoe het er voor stond. Ja ze zouden zo komen. Niet dus. Uiteindelijk drie uur later komen er twee man, die ons ernstig aankeken. Een van ons had niet de juiste papieren en mocht het land niet in. Het bleek Johan te zijn. Die zag zich al op de trein gezet. Het heeft enige moeite gekost voor wij in de gaten hadden dat onze schipper niet zijn Europese identiteitskaart had meegegeven, maar zijn Groot Pleziervaart Bewijs, waar hij terecht zo trots op is. Die arme Serven hebben zich een slag in de rondte gebeld om maar te proberen er iets van te maken en voelden zich uitermate vervelend met het slechte nieuws naar ons toe te moeten. Ok, die twee kaarten lijken ook wel veel op elkaar en een mens kan zich wel eens vergissen. Uiteindelijk was toen alles snel geregeld en konden we toch nog binnen de zes uur vertrekken. Opmerkingen als van boven de zestig wordt alles minder zullen we hier niet maken. Ik heb dat immers al langer achter de rug. En iedereen heeft zo zijn kwaliteiten.
Daar hebben we het een andere keer over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten