dinsdag 2 oktober 2012

Voorjaar, herfst, heenreis, terugreis,


Talfahrt Bergfahrt – we varen dezelfde route maar omgekeerd. Het is anders. Op de heenreis voeren we tussen april en juni, na het lentepunt en bijna tot de hoogste zonnestand. Lange dagen, toenemend licht, de tijd van uitbottende bomen en asperges met ham. Nu zijn we vrijwel spiegelbeeldig op het najaarspunt begonnen en gaan richting winterzonnewende. We hopen ruim voor die tijd terug in Rotterdam te zijn, maar je merkt de verschillen. Iets over zessen is het al donker, pas om half acht valt er weer in het licht te varen, en de dag zal voorlopig blijven krimpen.

Ook dit heeft zijn schoonheid. We varen nog steeds in Servië, dat van de Donau gezien haast onbewoond lijkt. Beboste oevers, riviereilanden, kreken en bochten, overal ideale ankerplaatsen. De barometer geeft al dagenlang stabiel weer aan, en dat geeft vooral in de ochtend een sfeer van totale verstilling. Uit de nog warme Donau wasemen dunne mistslierten omhoog terwijl de zon zich bedeesd meldt boven een wolkenbank. Het is zo teer en fragiel dat we haast met tegenzin de motor starten. Maar we moeten voort.
Ook in ons hoofd is het anders. Op de heenweg voeren we met een verwachting en een onbekende bestemming. Het was een sfeer van avontuur. Nu zijn we bezig ons schip naar huis te brengen, naar de Veerhaven. In gedachten kun je de Anna Koosje daar zo zien liggen. Het is de sfeer van de koeien naar stal brengen.
De oevers en het landschap komen opnieuw voorbij, en we beseffen dat we ze nooit weer zullen zien. Zeker niet op deze manier, en dat we ooit als passagier op een Donaucruiseschip zullen zitten is niet waarschijnlijk. Ja, misschien ooit in een rolstoel.



Tegenover de verstilling en het weemoediglijk gevoel staat de tegenstroom. We zijn nu Bergfahrt. Met minder dan 1300 toeren per minuut kom je slecht vooruit, dat is hard werken voor de Scania. We draaien er nu bijna twee liter diesel per kilometer door, haast het dubbele van de heenweg. We moeten dan ook bijna twee keer zo veel water door de schroef malen. Straks op de Main en de Rijn krijgen we daar natuurlijk wel een stukje van terug, maar vanuit de Donau gezien is dat maar een kippeneindje. Vierhonderd kilometer Main en vijfhonderd Rijn – hier op de Donau doen we er tweeduizend, en dan hadden we er tussen Sulina en Rouse al vijfhonderd achter de rug. De onmetelijkheid van dit deel van Europa blijft ons verbazen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten