Op de heenweg hadden we het bericht doorgekregen dat we wel geluk hadden om zo deze stad, opgenomen in de Unesco werelderfgoedlijst, te kunnen bezoeken. Jammer genoeg waren we toen net vertrokken, en mijn enige indruk was geweest hoe lastig het was om op je fietsje over steile brughellingen bij een supermarkt te komen. Werelderfgoed, niets van gemerkt.
Nou doet Bamberg ook geen enkele moeite om indruk te maken op de waterpassant. Er zijn geen aanlegplaatsen behalve een muur met bolders bij de sluis, en zelfs Fahrgastsschiffe mogen op zijn best in de industriehaven liggen. Het is opnieuw het contrast tussen een rivier en een kanaal. De stad blijkt te zijn gegroeid aan de Regnitz, die ooit rechtstreeks uitkwam in de Main. Daar zijn nog steeds de mooie oevers, maar met een schip van enige omvang kun je er niet komen. Het kanaal, dat om de stad heen gelegd is en nog een paar smalle en ondiepe stukken kent ook, vraagt alleen maar om opletten en doorvaren.
Het is een juweeltje van een stad. Het telt niet meer dan 70.000 inwoners, maar was wel ooit hoofdstad van het Heilige Römische Reich Deutscher Nation. Het was onderdeel van een bisdom zoals bij ons Utrecht in het Sticht, maar in vergelijking met de Bischofsresidenz is het bisschoppelijk paleis aan de Maliebaan een schamele vrijgezellenwoning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten