dinsdag 2 oktober 2012

Gennadi

De dag dat Rob in Ruse aan boord stapte, schreef hij, vertrok Gennadi om voor zijn oude vader te gaan koken. Om vijf uur zou hij terug zijn, maar daar vertelde het verhaal verder niet over.
Hij was er ook, maar niet langer dan een kwartier. Wat had hij nog te zoeken op het schip dat drie hete zomermaanden lang zijn verblijf was geweest? Hij moet voor Anna Koosje een dierbare relatie zijn geworden, en vermoedelijk is ook Anna Koosje voor hem speciaal geweest. Voor alleen een paar verre eigenaars geef je niet zoveel zorg en aandacht aan een schip als het niet meer is dan een aantal tonnen drijvend staal.
Het heeft ook iets van een verdrietig afgelopen romance. Jongen wordt verliefd op meisje dat eigenlijk is verloofd met ouwe rijkaard. Een zomer lang hebben ze het heerlijk. Maar de rijkaard komt terug, geeft de jongen een fooi en neemt zijn lief mee. Het treurigste is nog dat ze meegaat ook, zonder een blik achteruit te werpen. Vrouwen.
We vonden nog een paar dingen van hem. Een paar kladjes waarop hij nauwgezet de teksten heeft overgenomen naast de lichtjes van ons multi-alarm, met daarbij de Bulgaarse vertaling. Aan de lamp een takje wilde druif, dat behoedt voor onheil. Dat laten we hangen. Een paar grote weerhaken die hij vermoedelijk heeft gebruikt om vis te vangen.
Wilde druif


Een kantooragenda uit 1987, helemaal volgeschreven met aantekeningen en krabbels. Die zullen we hem terugsturen. Merkwaardig, half Duits en half iets dat wel Bulgaars zal zijn, in ieder geval Cyrillisch schrift. Het is te makkelijk laatdunkend te doen over zijn Duits, maar uiteindelijk maakte dat wel mogelijk dat we elementair konden communiceren. Zoals toen in augustus het schip verhaald moest worden en de stroom was uitgevallen. En zijn Duits was stukken beter dan ons Bulgaars!
Vishaken
Misschien was 1987 wel het jaar dat hij in Duitsland in een fabriek werkte, als Mitarbeiter Wurstproduktion. Dat stond op het getuigschrift dat hij, samen met zijn badmeestersdiploma, meebracht bij zijn “sollicitatie” in juni. Het is zo’n onaanzienlijk baantje waar niemand bij stilstaat als hij een plak salami op zijn brood doet. Je kunt er sentimenteel van worden als je denkt aan een achttienjarige jongen die op zijn eentje uit communistisch Bulgarije naar Duitsland ontsnapt en daar een afgedankte agenda volschrijft met gedachten, taaloefeningen, en de opgaven van zijn worstmakerscursus.
Rob heeft ooit geschreven dat het bij de Anna Koosje om ontmoetingen gaat. Dit is er dus ook een, al is de samen bestede tijd niet meer dan een paar uur geweest.  

Hij heeft ook een paar mokken voor ons achtergelaten, als aanvulling op onze inventaris. Die zijn inmmiddels helaas onder mysterieuze omstandigheden verdwenen.


Helemaal het einde was het niet. Kennelijk heeft een Nederlands jacht aangelegd bij dezelfde ponton waar wij ook hebben gelegen en moet Gennadi op zijn fiets daar weer langs zijn gekomen voor een praatje met de schipper. Net zoals bij ons op de heenreis. Rob’s Karin kreeg thuis een wat verward telefoontje van die man, die het nummer van Gennadi had gekregen. Rob heeft hem even teruggebeld. Het ging over de verdere vaart op de Donau en of Constanta een betere plaats was dan Sulina om te overwinteren. Tja , we zijn nu echte Donau-deskundigen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten