dinsdag 2 oktober 2012

Er zit een droog stukkie…


…bij kilometer 1296, net bovenstrooms van de haveningang van Bačka Palanka, Servië.
Ik zat zelf aan het stuur, en was bezig krap dicht bij de kant te varen om zoveel mogelijk de tegenstroom te vermijden. Goed opletten op kribben en aangegeven ondiepten op de kaarten, dat hadden we op de heenreis al wel geleerd. Ik had zowel de officiële ECDIS elektronische kaart van de Servische Rijkswaterstaat als de papieren versie van Pierre Verberght voor mijn neus. Vaargeul loopt vlak langs de kant, dus geen gevaar.
Plotseling klabàts klabàng, hard op de keien. Het is alsof je zelf een pak slaag krijgt. We zaten zò vast dat er vooruit, achteruit, wrikkend en wroetend geen beweging in het schip te krijgen was. De DAF van de kopschroef en de Scania van de hoofdmotor op volle kracht – niets. Tijd voor plan B. Naast ons, op een afstand van honderd meter, lag een duwcombinatie voor anker met iemand die ons de hele tijd al belangstellend had gadegeslagen. Rob in de bijboot naar hem toe – zouden we een lijn bij hem kunnen vastzetten en daarmee proberen ons los te trekken? Akkoord, we konden het proberen.

Redding nabij
Op dat moment komt er een duwboot de haven uit zetten, solo, zonder bakken. Geen idee door wie hij werd gezonden maar wij vermoeden dat een van onze opvarenden in contact heeft gestaan met hogere instanties. Gebarentaal met de bemanning, Rob naar hen toe, en jawel, ze wilden wel proberen ons los te trekken. Mijn achterdocht begon op te spelen, jammer, ontstaan door een piratenreddingsboot als de Barracuda – wat een naam! – die vanuit Terschelling opereert. Als je een lijntje aanpakt, zit je vast aan een reddingsloon van duizenden euro’s. Dus Rob, vraag ze eerst even wat het moet kosten.
Kunnen jullie helpen?
Dat bleek veel schappelijker dan we zelf hadden gedacht. Drie vriendelijke kerels die wisten wat ze deden, maakten ons langszij vast, begonnen met hun duwboot heel behoedzaam te wrikken en te duwen, en los waren we! Ze lieten ons pas gaan nadat ze hadden geïnformeerd of we geen gat in de romp hadden “want zij hadden een pomp”. En of de schroef nog in orde was. Beide punten konden we gelukkig bevestigen, en we zijn met de schrik vrij.
Klaar om te gaan trekken
De enige schade bleek het badkamerkrukje dat in de voorherft tegen de Daf-uitlaat had gelegen. Totaal gesmolten. Ik hield toch al niet van het ding.
Nog een woord van respect voor vriend, maat en medeschipper Rob. Ik heb er af en toe wel een beetje een hekel aan dat hij praktische zaken vaak zoveel beter weet aan te pakken dan ik, maar hij was gewoon een rots in de branding – al is dat een wat rare beeldspraak in dit verband. Ik was er zonder hem misschien ook wel uitgekomen, maar minder doelgericht en meer contre coeur. Ik heb nu makkelijker de neiging te roepen van “Rob, help!” Mooi dat dat kan. Dank, Rob.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten