Ik zat zelf aan het stuur, en was bezig krap dicht bij de kant te varen om zoveel mogelijk de tegenstroom te vermijden. Goed opletten op kribben en aangegeven ondiepten op de kaarten, dat hadden we op de heenreis al wel geleerd. Ik had zowel de officiële ECDIS elektronische kaart van de Servische Rijkswaterstaat als de papieren versie van Pierre Verberght voor mijn neus. Vaargeul loopt vlak langs de kant, dus geen gevaar.
Plotseling klabàts klabàng, hard op de keien. Het is alsof je zelf een pak slaag krijgt. We zaten zò vast dat er vooruit, achteruit, wrikkend en wroetend geen beweging in het schip te krijgen was. De DAF van de kopschroef en de Scania van de hoofdmotor op volle kracht – niets. Tijd voor plan B. Naast ons, op een afstand van honderd meter, lag een duwcombinatie voor anker met iemand die ons de hele tijd al belangstellend had gadegeslagen. Rob in de bijboot naar hem toe – zouden we een lijn bij hem kunnen vastzetten en daarmee proberen ons los te trekken? Akkoord, we konden het proberen.
Redding nabij |
Kunnen jullie helpen? |
Klaar om te gaan trekken |
Nog een woord van respect voor vriend, maat en medeschipper Rob. Ik heb er af en toe wel een beetje een hekel aan dat hij praktische zaken vaak zoveel beter weet aan te pakken dan ik, maar hij was gewoon een rots in de branding – al is dat een wat rare beeldspraak in dit verband. Ik was er zonder hem misschien ook wel uitgekomen, maar minder doelgericht en meer contre coeur. Ik heb nu makkelijker de neiging te roepen van “Rob, help!” Mooi dat dat kan. Dank, Rob.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten